Over mijn eigen heilige ‘moeten’.

Mijn leven staat, net als dat van veel mensen, zo goed als stil; geen werk, geen inkomsten, geen sportschool, geen clubjes, geen etentjes, geen gezellige praatjes, geen deadlines, geen afwisseling, geen mentale uitdagingen. Dat alles maakt dat ik vind dat ik van alles moet doen, voelen en denken, maar dat dat in de realiteit vaak gewoon niet lukt. Dus naast al dat verlies komt er ook nog een hoop frustratie over mijn eigen onvermogen bij.

Ik las afgelopen week een prachtig stuk van Marjon Bohré in Psychologie Magazine waarin zij heel mooi weergeeft hoe zij zichzelf  in deze periode tegenkomt.  Ik heb haar tekst gebruikt om ook bij mijzelf eens te onderzoeken wat ik MOET van mezelf, en wat de realiteit is.

Actie: Ik vind dat ik deze tijd zonder declarabele uren mijn tijd moet gebruiken om al die projecten die op mijn lijstje staan eindelijk aan te pakken. Die stapel boeken te lezen, verslagen te maken van gevolgde trainingen, trainingen te updaten en blogs te schrijven. De realiteit is dat ik het lastig vind om te focussen met alle afleiding om me heen, en de afwezigheid van deadlines. Met mijn man en mijn zoon de hele dag thuis, en de continue stroom aan nieuwsberichten.

Nut: Ik vind dat ik dienstbaar moet zijn; de zorg, de logistiek en de detailhandel staan te springen om ondersteuning. De realiteit is dat ik me bij allerlei instanties heb opgegeven maar (nog) niet wordt opgeroepen, en dat ik nu zo veel ijzers in het vuur heb, dat ik bang ben dat ik straks mensen moet gaan teleurstellen. En dat er ook nog een stemmetje achter in mijn hoofd zit dat blijft roepen dat ik óók nog tijd moet overhouden voor die ene toevallige opdracht die ik misschien nog ga krijgen, en dat ik tóch nog, zo lang het kan, naar buiten moet gaan om van de zon te genieten.

Financiën: Ik vind dat ik dankbaar moet zijn dat ik een financiële buffer heb, geen grote vaste lasten, een man met een inkomen, en de kans op bijstand voor ZZP’ers. De realiteit is dat ik me onmachtig voel en gefrustreerd omdat ik afhankelijk ben.

Verbinding: Ik vind dat ik contact moet onderhouden. Dat ik mijn best moet doen om de relatie met mijn omgeving nu wat meer aandacht te geven, en dat ik moet genieten van de dagelijkse telefoontjes met alle gezins-en familieleden, en de mensen in mijn omgeving die geraakt zijn en steun en aandacht verdienen. De realiteit is dat ik het gevoel heb me op te dringen, omdat die mensen ook zelf zoeken naar hun weg in deze vreemde tijd. Realiteit is ook dat ik liever doe dan praat (Voor de DISC mensen, meer rood/blauw dan geel/groen in het spectrum zit).

Vertrouwen: Ik vind dat ik moet vertrouwen. Dat er nieuwe kansen komen en dat het heus allemaal wel goed komt. Dat ik natuurlijk nog niet weet hoe en wanneer precies, maar dat ik maar beter ontspannen kan zijn, en moet accepteren wat er is. De realiteit is dat ik me zorgen maak omdat mijn agenda leeg is geveegd en toekomstige projecten op losse schroeven staan en dat ik het vertrouwen in mijn toegevoegde waarde af en toe kwijt ben.

Emotionele stabiliteit: Ik vind dat ik aardig en vriendelijk moet zijn voor mijn huisgenoten, en stabiliteit en rust moet bieden. De realiteit is dat de situatie me af en toe bij de keel grijpt, en dat ik het heel kinderachtig gewoon niet eerlijk vind dat mijn man in zijn eigen bubbel heel hard zit te werken, zijn hobby gewoon kan blijven doen, en relatief weinig merkt van de stilstand die mij zo treft.

Fysiek: Ik vind dat ik mijn lijf goed moet onderhouden, mijn sportoefeningen moet doen, regelmatig wandelen en fietsen, en gezond moet eten. De realiteit is dat dat wandelen nog wel lukt, maar de motivatie om sporten zonder trainer die als vriendelijke stok achter de deur fungeert best lastig is, en troost-eten op dit moment ook wel heel verleidelijk is. Dat ik structuur nodig heb, een vast tijdstip voor mijn beweging, en dat ik het lastig vind om mijn schema af te stemmen op de schema’s van mijn huisgenoten.

Ontwikkeling: Ik vind dat ik nu eindelijk gebruik moet gaan maken van al die online contact-coach-en trainingsmedia. De werkelijkheid is dat ik inmiddels 10 programma’s heb geïnstalleerd, dat de techniek regelmatig hapert, het netwerk het niet trekt, en mijn gesprekspartners allemaal weer net een ander programma gebruiken. Dan blijkt dat ik in die online jungle regelmatig de bedoeling (contact) uit het oog verlies, en ten onder ga aan de ICT-stress en informatie-overload.

Moeten of verduren?

Ik moet zoveel van mezelf. Ik vind zoveel van wat ik zou moeten denken, voelen en doen. En het helpt allemaal niet. Ik wéét dat. En toch is het lastig. Dus ik wil proberen om wat minder van mezelf te moeten, wat minder te eisen; proberen mijn verwachtingen af en toe even los te laten. Mijzelf toe staan te voelen dat ik onrustig of emotioneel ben. Me te realiseren dat, zelfs al heb ik inmiddels zoveel ervaring als coach van anderen, voor mezelf zorgen nog steeds gewoon een menselijke uitdaging. Niet teveel mee te gaan met de paniek, maar ook niet ook continue mee te hoeven gaan in de positieve hypes. En, zoals Marjon het zei, ‘mijzelf toestemming te geven om even midden in deze storm te zitten die nog helemaal niet voelt als vertraging of pauze, maar als een wervelwind in mijn hoofd en mijn gevoel. Het is logisch.

Het is oké dat dat nu op dit moment zo is. Ik hoef het niet op te lossen. Ik hoef niet perfect door deze crisis heen. Mijzelf blijven, dat is genoeg.’

Dank

Dank aan Marjon Bohré in Psychologie Magazine: lees vooral het hele artikel via deze link