Een paar jaar geleden kreeg ik van mijn lieve collega Esther een setje gelukskaarten, met meer dan honderd wetenschappelijke tips voor geluk. Een van die tips ging over het loslaten van oordelen. En daar ben ik toen actief mee aan de slag gaan. Want hoewel ik in mijn coaching heel nadrukkelijk kies voor oordeelloos kijken, had ik in mijn persoonlijke leven stiekem best vaak oordelen; over anderen, maar ook over mezelf: oordelen over wat mensen aan hadden, hoe ze zich gedroegen, wat ze maakten van hun leven, over hoe ik zelf zaken aangepakt had, wat ik wel of niet had gezegd, te dure of net te goedkope kleren had gekocht, tijd had besteed aan de verkeerde zaken, foute keuzes had gemaakt, enzovoort enzovoort.

En van al dat oordelen over anderen en oordelen over mezelf werd ik inderdaad niet gelukkig. Het zette een negatieve focus op mijn waarnemingen; het kostte energie en leverde niets op. Ik wist dat ik oordeelloos kón kijken, dat deed ik namelijk in mijn werk zonder enig probleem, daar kies ik voor interesse en nieuwsgierigheid. Maar ja, het zat blijkbaar wel in mijn automatische piloot.

Geïnteresseerde observatie

Ik nam me voor om als eerste stap een vertaalslag te maken; elke keer als ik mezelf een oordeel hoorde formuleren in mijn hoofd, ging ik dat oordeel vertalen naar een geïnteresseerde observatie: ‘tjee, wat rijdt die man sloom’, werd dan: ‘interessant, die mijnheer rijdt 30 km per uur’. ‘Nou wat heeft die nu weer aangetrokken’, werd: ‘goh, zij heeft een ruitjesbroek en een bloemetjes blouse aan’. En ‘wat stom dat ik dat tweede koekje nam’, werd, ‘hé, ik heb twee koekjes gegeten’.

Deze methode had ik ooit bij mindfulness geleerd, en bleek hier prima bruikbaar. Het hielp om de emotie van de observatie af te halen. Bewust zijn van het oordelen, en vertalen naar geïnteresseerde observaties werkte voor mij; ik merkte dat ik inderdaad steeds minder ging oordelen en steeds positiever werd.

Veroordelen van oordelen

Ik realiseerde me ook dat het niet handig was om mezelf te veroordelen over mijn oordelen; dan zou ik in hetzelfde straatje blijven hangen. Ook hier was het leren te accepteren; ‘hé, interessant, ik was aan het oordelen’. Als mens oordelen we nu eenmaal, het helpt ons om te beslissen: goed, fout, wel doen, niet doen? Ik mág dus best af en toe een oordeel hebben; maar dan wel bewust, omdat ik een beslissing over iets wil nemen.

En ja, ik heb ook nog weleens een terugval; als het regent, donker is, en het leven even niet mee zit, dan heb ik weer de neiging om te oordelen, en van daaruit te klagen. Dan is het zaak mezelf weer even bij kop en staart te pakken en weer nieuwgierig te worden.